Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong hebben evenveel specifieke onderwijsbehoeften nodig als kleuters met een beperking. STICORDI-maatregelen zijn dan ook voor beiden van toepassing. De bedoeling is dat elke kleuteronderwijzer een sterke klasomgeving creëert zodat alle kleuters met specifieke onderwijsbehoeften de kans krijgen om hun ontwikkelingsdoelen te behalen.

STICORDI staat voor stimuleren, compenseren, remediëren en dispenseren. Elk woord omvat bepaalde maatregelen om een bepaald doel te bereiken.

 

Stimuleren

Stimulerende maatregelen zijn maatregelen die genomen worden om de inzet en de motivatie van het kind te vergroten. De kleuteronderwijzer doet dit door activiteiten voldoende te demonstreren zodat er geen misverstanden ontstaan. De Vlaamse overheid heeft in 2011 gezegd dat door stimulerende maatregelen het gevoel van onzekerheid en faalangst wordt verminderd omdat de onderwijzer gelooft in de mogelijkheden van de kleuter en daarmee het zelfvertrouwen van het kind versterkt. Zo oefent de leerkracht een positieve invloed uit op zijn leerproces.

 

Compenseren

Compenserende maatregelen zijn maatregelen waarin de onderwijzer en het kind samen op zoek gaan naar manieren om bepaalde belemmerende factoren, zoals faalangst en weinig zelfvertrouwen, op te heffen. Hiervoor kunnen bepaalde hulpmiddelen gebruikt worden. Zo kan de onderwijzer een stappenplan voorzien voor de kleuter zodat die zelfstandig moeilijkere opdrachten kan uitvoeren. Ook kan een zorgteam worden ingezet voor extra begeleiding op vlak van sociale-emotionele ontwikkeling. Door samen met het kind te reflecteren kan zowel de onderwijzer als het kind bepaalde inzichten bekomen.

 

Remediëren

Het kind wordt bij de remediërende maatregelen op een zo hoog mogelijk niveau gebracht door uitgebreidere en intensievere instructies. De kleuter leert bepaalde strategieën om verschillende handelingen meer zelfstandig te kunnen uitvoeren. Zo kunnen bepaalde opgaven aangepast worden zodat het kind met meer zelfvertrouwen aan een opdracht kan beginnen. Ook kan de onderwijzer meer structuur bieden op werkbladen zonder het kind visueel te overladen. Uiteraard moet de leerkracht nagaan of het kind de instructie begrepen heeft en niet overdrijft in zijn perfectionisme. Dit kan de onderwijzer doen door het kind de opdracht te laten herhalen en regelmatig feedback te geven.

 

Dispenseren

Dispenseren betekent dat het kind wordt vrijgesteld van bepaalde activiteiten of doelen. De voorwaarde is wel dat het kind deze doelen zelfstandig kan behalen in een kortere tijdspanne. De onderwijzer vermijdt op deze manier verveling bij het kind omdat hij minder of geen herhaling meer aanbiedt. De tijd die hierdoor vrijkomt wordt dan gebruikt voor een verdiepingstraject.

 

REDICODIS